Blog

Cranberries plukken op Terschelling

We verwerken heel wat cranberries in onze ijskeuken. Hoog tijd dus om de boot naar Terschelling te nemen en uit te zoeken hoe ze geoogst worden. Want juist daar, op ons geliefde eiland, groeit en bloeit dit donkerrode wrang-zure besje gewoon in het wild.

Cranberries komen oorspronkelijk uit Noord-Amerika en zijn door hun dikke schil lang houdbaar. Als middel tegen scheurbuik werden ze meegenomen op lange zeereizen. Maar halverwege de 19e eeuw viel er voor de kust van Terschelling een vat met bessen van een schip en spoelde aan op het strand. Een jutter vond het vat, maar had geen belang bij de inhoud en zo belandden de cranberries in de Nederlandse duinen. En daar groeide het plantje welig! Tientallen jaren later waren er al complete velden die de eilanders konden oogsten.

Staatsbosbeheer verpachtte vanaf 1910 de pluk van de bessen aan cranberrybedrijven. De bessen werden destijds nog stuk voor stuk met de hand geplukt. In 1927 bouwde een pachter naar Amerikaans voorbeeld een droogschuur, waar zakken met cranberries door plukkers werden aangeleverd. Ze werden daar gedroogd en gesorteerd. Een andere pachter bouwde in 1965 een fabriekje in Formerum waar de bessen werden verwerkt tot jam, siroop en wijn. Er was grote belangstelling voor bij de toeristen die het eiland bezochten.

Anno 2023 is er in de basis weinig veranderd. De cranberries groeien nog steeds in het wild tussen de andere vegetatie in de duinvalleien. Ze worden niet bespoten of bemest en zijn dus zo biologisch als het maar kan. In september zijn de bessen rijp en worden ze door een selectief groepje plukkers geoogst. Met slechts een metalen plukbak, een mand en een paar jutezakken gaan ze dagelijks de velden in. De jutezakken met daarin 25kg bessen worden met een Landrover bij de nieuwe drooghal in West-Terschelling afgeleverd. Na het drogen gaan ze aan boord van de veerboot naar Harlingen. Daar is op het industrieterrein een kleine fabriek gebouwd waar de cranberries worden verwerkt. Dit alles in beheer van de huidige pachter; Cranberry Terschelling.

Tijdens ons bezoek aan het eiland hebben we eerst de oude droogschuur bezocht, tegenwoordig het gezellige Koffie- en Theehuis ‘De Bessenschuur’. Uiteraard konden we de Cranberry Cheesecake niet laten staan, welke vorig herfst de inspiratie was voor onze gelijknamige en ondertussen zeer populaire ijssmaak. Én natuurlijk even het bijbehorende cranberry-museum in de achtertuin bezichtigen. Daarna op zoek naar de plukkers. Dat bleek nog een hele zoektocht. Een plukker bepaalt zelf waar hij die dag aan het werk gaat en door de hoogteverschillen tussen de duinen zijn ze vaak verscholen in een vallei. We struinen door de Koegelwieck en speuren naar bandensporen van een Landrover. Onderweg komen we regelmatig de plantjes met bessen tegen. Na een hele ronde door de drassige duinvallei vinden we na een uurtje een plukker aan de rand van het Hoornerbos. Met het zweet dik op zijn rug vult hij juist zijn zesde jutezak voor die ochtend. Hij beantwoord graag onze vragen, maar werkt ondertussen wel gestaag door. Met zwierige bewegingen ritst hij de cranberries van de struiken, net zolang tot de plukbak goed gevuld is. De inhoud gaat dan in de mand. Als de mand gevuld is, wordt die vervolgens weer geleegd in de jutezak. We storen hem maar niet te lang in zijn werk, want hij wil vast zijn Landrover snel vol hebben. Sommige plukkers kunnen tot wel 800kg per dag oogsten.

De gehele pluk duurt 4 tot 6 weken. In die periode is het voor het publiek niet toegestaan de cranberries te plukken. Er moet gewacht worden tot de herfstvakantie. Dan worden de velden vrijgegeven en begint de zogeheten napluk. Iedereen mag dan de restanten plukken, echter zonder vergunning niet met een plukbak. Gewoon net als vroeger, besje voor besje.

We bezoeken tot slot de voormalige fabriek in Formerum, wat nu de Cranberry Winkel is. We lessen onze dorst met een ongezoet cranberrysapje. Je vindt hier van alles van cranberries: jam, compote, siroop, likeur, thee en zelfs cosmeticaproducten. We nemen wat vers geplukte cranberries mee om weer cranberrysaus te maken voor ons eigen Cranberry Cheesecake roomijs. Het was heel interessant om te zien hoe deze bessen de weg vinden naar onze ijskeuken. U kunt er op vertrouwen dat deze smaak nog heel lang in onze vitrine zal liggen, want wij zijn er fan van!

Blije koeien, buitengewoon ijs!

Bij Casa Piccola maken we écht ijs. We maken het met natuurlijke ingrediënten van de beste kwaliteit. Een goed ijsje maakt je blij en wij maken graag bijzondere smaakcombinaties die een glimlach op je gezicht toveren.

Emmertjes met smaakpasta’s zijn taboe in onze ijskeuken. We gebruiken melk van Elburgse koeien, fruit van lokale telers en specerijen uit de historische kruidentuin. Dat betekent dat bepaalde smaken niet het hele jaar door verkrijgbaar zijn, maar alleen in de periode dat de ingrediënten op zijn lekkerst zijn. We blijven het liefst zo dicht mogelijk bij de oorsprong.

We vinden dat ijs zo traditioneel mogelijk gemaakt moet worden. Wij koken er dan ook flink op los. Er staan de hele dag pannen op ons fornuis en het ruikt altijd heerlijk naar noten, vanille of kruiden in onze keuken. We zijn zelfs zo maf dat we onze eigen mascarpone en limoncello maken. Want naast ambachtelijk werken proberen we ook duurzaam te werken. We letten bij inkoop op verpakkingen en herkomst van producten. En waar we de keus hebben, maken we de juiste.

We doen dit allemaal omdat we vinden dat ons ijs dit verdiend en omdat we onze klanten willen laten genieten. Daarbij willen we er zelf een goed gevoel van krijgen en onszelf blijven uitdagen om ieder ijsseizoen beter te worden. Wij kiezen niet voor kwantiteit, maar voor kwaliteit. Want een ijsje eten moet een feestje zijn.

Dus kom proeven en feest met ons mee!